|
|
|
Dit zijn de technische gegevens
|
|
|
|
|
|
|
|
1 Radar en voorste waarschuwingsinstrumenten.
2 Koelinrichting van de romphuid.
3 Zuurstof en luchtverversingsapparatuur.
4 Cockpit.
5 Toegangsluik.
6 Leefruimte met opklapbedden.
7 Toegangsluik tot gang boven in de
reddingscontainer (de kist).
8 Tweepersoons lift naar de deur van de
reddingskist die zich op gelijke hoogte van de vloer bevindt.
9 Observatieramen waarachter TV-camera’s.
10 Twee voorste VTOL-raketten (VTOL =
Vertical Take Off and Landing = vertikaal starten en landen). Op de tekening is
alleen de bakboordraket zichtbaar.
11 ”Wapenkamer” met een complete
collectie hakwerktuigen, drilboren, laserapparatuur, snijbranders etc.
12 Voorste brandstoftanks voor VTOL-raketten.
13 Luchtinlaten voor de straalmotor.
14 Hydraulische apparatuur ten behoeve van de
landingspoten in aerodynamisch gevormd huis.
|
|
|
|
15 Buitengwoon sterke kokervormige
verbindingsconstructies. Wanneer de reddingskist tussen romp en staartstuk
op zijn plaats zit tijdens het vliegen, wordt het groter gewicht gecompenseerd
door de toegenomen lift* veroorzaakt door de gestroomlijnde vorm van de romp.
16 Bedieningskabels en brandstofleidingen.
17 Vaste centraal geplaatste straalmotor.
18 Eerste warmte-uitwisselaar. Vloeibaar
metaal uit de atoomreactor verhit op buitengewoon sterke wijze samengeperste
lucht.
19 Wigvormig afschermhuis van de achterste
hydraulische apparatuur ter bediening van de landingspoten.
20 Tweede warmte-uitwisselaar rond de
nabrander.
21 Krachtige hulpraketmotor. Wordt
gebruikt in noodgevallen bij het starten vanaf een lanceer-platform.
22 Uitlaatpijp van de straalmotor.
23 Vier turbine-straalmotoren die de
stuwdruk leveren om op kruissnelheid te vliegen zijn, samen met de nodige
hulpaggregaten ondergebracht in het staartvlak.
24 Grendels die elektromagnetisch worden
bediend, verbinden de zijkant van de reddingskist hermetisch met de rest
van het vliegtuig.
25 Raketbrandstof en brandstofpompen.
|
|
|
|
* lift — aerodynamisch verschijnsel,
maakt dat een vliegtuig kan vliegen.
|
|
|
|
26 Straalturbine voorziet in
noodgevallen de TB 2 van electriciteit.
27 Oxydatiemiddel. Wordt toegevoegd
aan de raketbrandstof.
28 Kernreactor in lichtgewicht
ommanteling voorziet de warmeteuitwisselaars en turbo-electrische
generatoren van de benodigde energie.
29 Twee achterste VTOL-raketten
(op de tekening is alleen de stuurboordraket zichtbaar).
30 Hydraulisch bediende landingsbenen
heffen de vliegtuigromp boven de vrachtcontainer uit bij het uit- en
inladen.
31 Vrachtcontainer met reddingsapparatuur.
32 Bovenverlichting.
33 Uitrusting voor brandstofvoorziening,
onderhoud en het doormeten van de electrische apparatuur van de reddingsmachines.
34 Inwendige wafelconstructie geeft extra
sterkte aan het lichte frame en de lichtmetalen buitenwand.
35 Schuifluik, ter afsluiting van de
voertuigen - inspectieruimte onder de werkvloer.
36 Schijnwerpers voor reparatie- en
inspectiedoeleinden. Zuurstofcylinders.
37 Apparatuur voor het laten zakken en optrekken van
de oprit.
38 Draaischijf.
39 Liftdeur (geeft toegang tot de lift als
de container in vliegpositie is).
40 Containverdeur, tevens oprit.
41 Mobiele reddingsmachine die de container
verlaat.
|
|
|
|
|
